Secretaris

secretaris@keverclub.nl

Mijn naam is Ron de Vogel en ik ben woonachtig in het mooie Brabant. Ik ben sinds september 2020 actief als bestuurslid van de club in de functie van secretaris.

Ik ben al meer dan 25 jaar lid van deze geweldige club en ik bezoek ieder jaar met veel plezier diverse KCN evenementen. De reden om bestuurslid te worden was vooral om een bijdrage te leveren aan de club en de organisatie ervan. Daarbij heb ik al vele jaren ervaring als bestuurslid in een aantal andere besturen. Ik hoop dan ook met mijn ervaring een aandeel te kunnen leveren aan het voortbestaan en de toekomst van de club. Ik ben onder de indruk van de wijze waarop de club is georganiseerd en de inzet van alle betrokken bestuursleden en vooral van de vrijwilligers. Het sociale karakter van de club heeft een grote aantrekkingskracht, dat blijkt wel uit de grote groep van vrijwilligers die altijd klaar staat voor de club.

Ik heb de KCN inmiddels leren kennen als een club waar plezier met elkaar hebben centraal staat en waarbij iedereen gelijk is. Voor mij was dit reden genoeg om tijd vrij te maken in mijn agenda voor de club. En aan mijn voorliefde voor de Volkswagen zal het zeker niet liggen.

Het kevervirus heeft bij mij op hele jonge leeftijd al toegeslagen. Jullie raden het waarschijnlijk al, mijn ouders hebben er 2 gehad. De eerste was er al ver voor mijn geboorte. Dit was een met de hand overgeschilderde bril-kever en de 2e was een okergele spaarkever uit 1972 waarvan in die tijd al het chroom in zwart was uitgevoerd.

De start van mijn hobby dateert uit 1992 met de aankoop van een dagelijks vervoersmiddel in de vorm van een kever 1300 uit 1972. Toen ik de kever ging ophalen, was dit wel even wennen. Onderweg heb ik mezelf diverse keren afgevraagd of alle geluiden uit de achterbak wel oké waren, of er wel remmen op de auto zaten en of ik onderweg geen onderdelen zou verliezen. Ik ben dan ook een aantal keren gestopt om de kever te onderwerpen aan een technische inspectie.

Na de aanschaf van een hedendaags auto is de kever wel in mijn bezit gebleven. Hij is veilig opgeborgen in de opslag. Op dat moment is het kevervirus schijnbaar weer actief geworden zonder dat ik er erg in had. Ik was ondanks zijn onhebbelijkheden toch stiekem een beetje verliefd geworden op het kevertje en had het plan opgevat hem even te gaan restaureren. Dit “even” is uiteindelijk een proces geweest van 24 jaar afzien. Ik moet eerlijk bekennen dat er tussendoor nog de bouw van een huis en een stalling heeft plaats gevonden, maar de 20 jaar ga ik zeker aantikken.

Na 24 jaar de garage uitrijden met je gerestaureerde auto, waarbij alles nieuw lijkt te zijn en ook nog werkt, is een geweldige ervaring! Dus voor een ieder die nog volop in het proces van roest en ellende zit: Hou vol! Het is het zeker waard.

Tijdens de restauratie ben ik tegen een originele Nederlandse T1 bus van de eerste eigenaar aan gelopen. De eigenaar was inmiddels overleden en alle documenten waren zoek. Dat was dus een gok, maar gezien de hoogte van het aankoopbedrag was de deal snel gesloten. De bus stond in een garage met een grote eikenboom ervoor en de bus zelf stond muurvast. Vele uren zaagwerk, spanbanden en verbrande koppelingsplaten van de oprijwagen verder had ik mooi een T1 bus. Je moet er wat voor over hebben.

Toen mijn 1300 bij de garage op de brug stond voor de laatste controle werkzaamheden, stond er in de garage een 1302 cabrio te glimmen. ‘Van een klant’, dacht ik. Hij bleek te koop te staan en ik zou er zo mee weg kunnen rijden zonder een langdurig restauratie proces. Deze auto had ik al een tijdje op mijn verlanglijstje staan. Dit was de mijn kans. Omdat ik geestelijk nog niet aan de restauratie van mijn T1 bus toe was, heb ik deze verkocht aan een liefhebber en de 1302 cabrio aangeschaft.

Zoals het bij een detaillist als ik gaat, zag ik al gauw de nodige onvolkomenheden aan de cabrio en jawel hoor: ‘daar gaan we weer, dacht ik. Auto op bokken gezet, spatborden eraf, laswerk waar nodig uitgevoerd, bodem en binnen schermen kaal gemaakt. Uiteindelijk had ik alleen de kale body nog over. Deze gelijk maar opnieuw gespoten. Toen alles uit elkaar lag, heb ik ook de voorwielophanging, achterwielophanging, aandrijfassen, bak en motor beetgepakt. Ook het interieur is volledig vernieuwd. Uiteindelijk toch bijna weer een volledige restauratie en dat in 4 jaar i.p.v. 24 jaar, maar wel met een prachtig resultaat. Ook dit is weer een auto om trots op te zijn.

En ja, wat nu. Ik was weer bij de garage waar de garagehouder met foto’s van mijn voormalige T1 bus aan kwam zetten. Hij was inmiddels geweldig mooi gelast en de originele motor gereviseerd. ‘Vanwaar deze foto’s?’, vroeg ik. “Hij is te koop”.

Vanaf dag 1 had ik eigenlijk al spijt dat ik de T1 bus verkocht had gezien de historie van deze auto. Het tijdrovende en kostbare laswerk was al uitgevoerd, de motor was klaar en hij was klaar voor de keuring. Het besluit was toen snel genomen. Ik heb de bus teruggekocht. Na 2 dagen stond de bus weer thuis in de garage en daar wacht hij nu op het afronden van de laatste punten; lak polijsten, bij spuiten en het camperinterieur.

Tot zover een inkijkje in mijn hobby die het VW-virus heet. Om het plaatje compleet te maken heb ik voor dagelijks vervoer voor het gemak ook maar voor een VW gekozen. Je bent een liefhebber of niet. Ik zeg thuis altijd: “Uiteindelijk wil iedereen een Volkswagen”.